Type 12 Atlantic De groene hazewind van de NMBS
Benoit Vanhees

 Look at me, I´m a train on a track, I´m a chook-a-train, yeah, om het met Albert Hammond te zeggen...
Ongetwijfeld één van de sierlijkste stoomtreinen die ooit als een hazewind over het Belgisch spoorwegennet raasde, was de lichte expresstrein “Type 12 Atlantic”. De gestroomlijnde bolide werd in 1939 aan het grote publiek voorgesteld, en bleef in dienst tot 1962. Van de 6 toestellen die gebouwd werden, overleefde slechts één exemplaar.
Indien de NMBS werk mocht maken van haar nieuwe spoorwegmuseum, leidt het geen twijfel dat deze ranke mastodont zich als één van de meest gefotografeerde publiekslievelingen zal ontpoppen. Een korte voorstelling van dit pronkstuk van de Belgische spoorwegindustrie.
 Tekening uit de Fiche 267 "Belgische stoomlokomotieven" van het Mechels spoorwegmuseum "De Mijlpaal"
1) Een snelle dame...

De Type 12 Atlantic werd in de tweede helft van de 1930´s ontworpen door de Brusselaar Raoul Notesse (1898-1944), hoofdingenieur van de NMBS. Hij zou zich daarbij ondermeer hebben laten inspireren door de locomotieven van het Type 222 van de Canadian Pacific Railway. (1) Zijn fraai ontwerp lijkt ook wel wat schatplichtig te zijn geweest aan de Mercury-locomotief van de New York Central spoorwegmaatschappij, geesteskind van industrieel ontwerper Henry Dreyfuss.
 De NYC Mercury uit 1936
Ook de gestroomlijnde “baby whale” locomotieven van de London Midland and Scottish Railway lijken als inspiratiebron te hebben gediend. (2) In feite voorzag Notesse een klassieke stoomtrein van een aerodynamisch omhulsel, die de luchtweerstand zo klein mogelijk hield. Dit is goed te zien op de foto hieronder. (Op dezelfde manier was de Amerikaanse Mercury in feite een Hudson-stoomlocomotief, omgeven door een aerodynamisch omhulsel)


Het eindresultaat mocht er zijn. Bood het Type 12 in technisch opzicht geen revolutionaire doorbraken aan, dan kan niemand ontkennen dat de loc door een fraai ogende, aerodynamische mantel van bufferplaten omringd werd. Je ziet welhaast aan deze "clean machine" dat het "built for speed" was. Zo zijn er aan de bovenkant geen uitstekende delen, zoals een schouw. De benaming Atlantic werd gebruikt om aan te geven dat de locomotief twee aandrijfwielen had.
Ondanks het feit dat het Type 12-model niet van de nieuwste technologische doorbraken uit Frankrijk en de VS op het vlak van stoomtreinen profiteerde, ontpopte het zich als een machine die puike snelheidsprestaties wist neer te zetten.

 Foto´s afkomstig van de Forum Francophone des Passionés de Marklin. Model van de firma Olaerts
De gestroomlijnde mantel was ook zo ontworpen, dat hij mecaniciens gemakkelijk toegang verschafte tot vitale onderdelen, en zo het onderhoud niet al te veel hinderde. Drie treden verwerkt in de "boeg" verhoogden nog de toegankelijkheid voor onderhoud en nazicht. De zijflanken beperkten vermoedelijk wel enigszins het zicht van de machinist.
 Met vriendelijke toestemming van www.belgisch-spoorweg.net Een aantal Type 12´s in hun wieg

 foto: Walter De Cuyper Het bordje van de constructeur op de 12004
De zes toestellen, genummerd van 12001 tot 12006 werden gebouwd door een consortium van constructeurs, met de firma John Cockerill uit Seraing als spilpartner. De stoomkuip werd geleverd door F.A. Huet. Wie een idee wil hebben hoe een gelijkaardige locomotief gebouwd werd, kan op Youtube terecht. Een interessante Duitse documentaire toont er hoe de gestroomlijnde klasse 05 0002 loc stap voor stap gebouwd werd. In de tijd dat deze documentaire werd gemaakt was deze stoomtrein met zijn 200 km/u de snelste ter wereld.
Notesse’s Type 12 was voorbestemd om als lichte expresstrein de vrij rechte verbinding tussen Brussel en Oostende te verzekeren. Het toestel overbrugde met zijn 2500 paardenkracht de 124 km in minder dan een uur. Daarbij werd blijkbaar geen halt gehouden in Gent, maar wel gedurende 1 minuut in Brugge. Op deze manier werd een gemiddelde commerciële snelheid van om en bij de 120 km/u behaald, met pieken van 140 km/u. Een zeer behoorlijk resultaat voor die tijd.
 De 12002 in Rijsel omstreeks 1960
 Hier dan de derde dochter van Notesse, de 12003
Over de precieze topsnelheid van deze loc geven de geraadpleegde bronnen nogal tegenstrijdige informatie op, met snelheden gaande van 165 tot zelfs 193 km/u. (deze laatste snelheid zou daarbij gedurende 1 km aangehouden zijn geweest, waarbij voorts gebruik werd gemaakt van steenkolen van de beste kwaliteit) Het Type 12 zou met deze prestatie een snelheidsprijs hebben gewonnen, maar ook daarover loopt de informatie uiteen: volgens de ene bron gaat het om de Blauwe Wimpel, een andere bron houdt het op de Gele Wimpel. (3) Feit is dat dit model in zijn glorieperiode de snelste stoomtrein op het Belgisch spoorwegennet was.
Toch kwam er toen reeds concurrentie uit de hoek van dieseltreinen. In navolging van de Vliegende Hamburger uit Duitsland (1932), en de gestroomlijnde Nederlandse DE 3 (1934) begonnen ook de Belgische spoorwegen zware, gelede dieseltreinstellen te testen. Deze toestellen waren voorzien van krachtige motoren, die hen in staat stelden de Type 12 probleemloos bij te benen. Omstreeks dezelfde periode als de Atlantic werd uitgebracht, werden ook deze gestroomlijnde dieseltreinstellen ingezet op de hoofdlijn Brussel-Oostende. Sommige modellen waren in staat 150 km/u te halen.
 Ern. Thill, Brussel / NMBS Dieseltreinstel 2° / 3° Klasse, 1937: De aanstormende concurrentie...
|